Wat moeten we toch veel filmpjes bekijken met z’n allen de hele tijd. En de thema’s wisselen ook zo snel. Zo moet ik de laatste tijd van Facebook steeds kijken naar allemaal fragmenten uit BBC-natuurdocumentaires. Zit veel onderwaterspul bij: uit het water jumpende walvissen, wonderlijk gevormde diepzeewezens die elkaar desondanks opeten, orka’s die heel intelligent op zeehonden jagen, maar ook veel ‘encounters’ met de grote witte haai (ik kan de zin “the biggest apex predator in these waters” niet meer horen).
Die grote witte haai jaagt ook op zeehonden, getuige een filmpje dat deels met een drone van bovenaf is opgenomen, en waarin je dan een haai de rotsige kust ziet naderen waar die gezellige oenk-oenk-floepers wonen. Ze hebben echt gevoel voor drama bij die Shakespeare-nazaten op dat linksrijdende eiland, want eerst zie je dus een shot van die naderende haai, en daarna een shot van de zeehondengoegemeente die met gepoetste snorren het water inplonst voor het ontbijt. “Niet doen; pas op!” wil je roepen, en je zit meteen op het puntje van je stoel, als je tenminste weet waar het puntje van een stoel zich precies bevindt (ik ben er nog niet achter).
Maar dan ontvouwt zich – weer van bovenaf gezien – het fascinerende jager-prooi-spel, waarbij de haai onopvallend dichtbij een zeehond probeert te komen, om dan ineens in volle versnelling toe te slaan. En dat valt nog niet mee, want zeehonden zijn ongelooflijk snel en wendbaar. Ze draaien in bochten en sprongen om aan de naderende kaken te ontkomen, maken zelfs schijnbewegingen om de haai op het verkeerde been, eh sorry: de verkeerde vin te zetten. Het is fascinerend om te zien, en door de grote hoogte van waaruit het is gefilmd lijkt het zelfs – als je niet beter zou weten- op een onschuldig achtervolgingsspelletje. Het is die gedachte waardoor ik ineens het puntje van mijn stoel met feilloze precisie vind, want de parallel wordt me duidelijk tussen dit ‘spel’ op leven en dood in de dierenwereld, en het tikkertje spelen van vroeger op het schoolplein. Alsof ik naar hetzelfde kijk, maar in gemetamorfoseerde vorm.
Tikkertje is ook een spel van jager en prooi, alleen is het leven-en-dood-aspect ervan af gehaald. Op lichamelijk niveau dan, want op ziele-niveau kan je ook de dood sterven als je koste wat kost wil ontkomen aan de tikker, maar hij of zij krijgt je tóch te pakken. Je voelt de zachte of harde tik doelgericht en meedogenloos ergens op je lichaam landen, en je weet: het is afgelopen met mijn vrijheid. Op zielegebied wordt je net zo aan flarden gescheurd en opgegeten als de zeehond die door de haai gepakt wordt. Wordt je getikt dan ben je àf, dus je mag niet meer meedoen (lees: je wordt uit het leven gehaald), of je mag meteen reïncarneren als de nieuwe tikker. Dat laatste is minder erg, want dan kan je wraak nemen, wat karmisch gezien een wat simplistische reactie is, maar goed we zijn meestal nog kinderen als we tikkertje spelen, en moeten dan nog leren om aan de meest basale reacties te ontstijgen. Dat kunnen we juist ook leren door dit soort spellen te doen.
Misschien is kind-zijn ook wel een toestand waarin allerlei oudere stadia van de mensheidsontwikkeling herhaald worden in gewijzigde vorm. Zodat wij – in het geval van tikkertje – kunnen herbeleven hoe het ook alweer was om opgejaagd te worden als prooi, of gedreven door honger te jagen als roofdier. En om de daarmee gepaard gaande gevoelens van lust, begeerte, angst, macht etc. nogmaals door te maken, maar nu niet als gefixeerde staat van zijn van een vroegere ontwikkeling, maar als doorgangsstadium waarin je al deze ‘zieleroerselen’ in je persoonlijkheid onderbrengt en ermee leert om te gaan, op weg naar volwassenheid.
Klinkt heel idealistisch, ik weet het, want er zijn veel mensen die zich helemaal niet uit de hierboven genoemde animale driften en begeerten verder ontwikkelen, maar ze integendeel blijven koesteren en tot de grondslag van hun leven of werk maken. Maar zo zijn er wel meer beschikbare mogelijkheden tot ontwikkeling waar weinig mee gedaan wordt.
In de voorstelling “Hold your ground / Zomersneeuw” van Stichting Boilerhouse heeft het tikkertje spelen ook een plek gekregen. Uitgewerkt vanuit de euritmie dan wel, wat in dit geval betekent dat er stilgestaan is bij het woord “tik” van “tikken”. Als je dat woord in zijn taalklanken splitst, dan heb je de “T” (als euritmisch gebaar is dat een soort inslag, die vanuit een omgeving in een punt inslaat, even heel summier gezegd), en het woord “Ik”, waarmee ieder mens zichzelf aanduidt.
“T-ikken” is dan eigenlijk zoiets als het aanduiden of zichtbaar maken van de ander. Of – vanuit die ander gezien – het van buitenaf aangeraakt worden in je bestaan. “Iemand tikken” of “door een ander getikt worden” kan je dan opvatten als gebaar en uitdrukking van verbinding zoeken. Om verbinding te kunnen zoeken, moet je de ander wel eerst waarnemen, maar ook je van jezelf bewust kunnen zijn.
Er zijn nog voorstellingen van “Hold your ground / Zomersneeuw” te zien in het laatste weekend van januari en het eerste weekend van februari 2024. Zie de website van Stichting Boilerhouse voor informatie.
Of lees één van de eerdere stukken die ik schreef i.v.m. dit project: