Taco Sorgdragers woordrivier
Morgana zingt Patricia van Ness (1)
Morgana zingt Patricia van Ness (1)

Morgana zingt Patricia van Ness (1)

Een kleine 10 jaar geleden kwam ik – op mijn zoektocht naar repertoire voor vrouwenkoor – terecht bij de muziek van de Amerikaanse componiste/violiste Patricia van Ness (geboren in 1951). In de lijst met vrouwenkoorwerken die toen op haar website stond, viel mij meteen een cyclus op met de titel “The Nine Orders of the Angels”. Interessant, dacht ik: iemand die muziek schrijft over de engelhiërarchiën! En ik was benieuwd waar haar motivatie daarvoor vandaan kwam. Toen ik de uitvoering beluisterde van het Tapestry Vocal Ensemble (de opdrachtgever voor deze compositie), kwam ik in een wereld terecht die tegelijkertijd nieuw als oud was.

Dat oude zit hem niet alleen in de Latijnse teksten van deze stukken, maar vooral in het muzikale teruggrijpen op het gregoriaanse idioom van de middeleeuwen, in combinatie met de horizontale meerstemmigheid van de renaissance. Dat oude idioom wordt dan op een liberale manier gebruikt, zoals misschien alleen Amerikanen dat kunnen, die niet zo dwangmatig zijn ingebed in de tradities van het Europese cultuurleven, of geen last hebben van ja-maar-dat-kàn-eigenlijk-niet-remmingen. En ook al doet het daaraan denken: het is geen middeleeuwse – of renaissance-muziek die je hoort. Je ervaart echt een modern bewustzijn in de melodievoering en de vorm, en dat kan ook niet anders, want muziek is toch altijd bewustzijn dat tot klinken wordt gebracht. Het is zonder meer een ontmoeting met de geest van een tijdgenoot die je in deze muziek kunt hebben. Van Ness neemt dus de ‘oude Europese muziek’ alleen als uitgangspunt, om daar met haar contemporaine bewustzijn op aan te haken.

Nog even terug naar de Latijnse teksten in deze compositie: dit zijn geen oorspronkelijke Latijnse teksten, maar vertalingen van Engelse teksten die Van Ness zelf schreef om als inhoudelijke basis voor deze stukken te dienen. Die Engelse teksten zijn dan – door een tijdgenoot – vertaald in het Latijn. Ik zou bijna zeggen: ’terug vertaald’, omdat Latijn geen levende taal is, zodat de vertaling niet meer dan een goed onderbouwde veronderstelling kan zijn, het aanduiden van een mogelijkheid. Het teruggrijpen op zowel oude muzikale taal als het dode Latijn geeft deze muziek een fascinerend anachronistisch karakter, waarvan je je kunt afvragen of het een kracht of juist een zwakte is.

In elk geval geven deze teksten haar zoektocht weer naar het zich verhouden tot de – alweer – traditionele overlevering van de 9 engelhiërarchiën. Met het kiezen van dit onderwerp zegt Van Ness echter wel bij voorbaat dat deze hiërarchiën een werkelijkheid zijn. En die aanname is terug te vinden in de teksten, waarin zij ontvanger probeert te zijn voor deze hiërarchische wezens, die zich als het ware door haar heen moeten uitspreken. Daarmee treedt Van Ness in de voetsporen van de vrouwelijke mystieke traditie, waarvan bijvoorbeeld Hildegard von Bingen een belangrijk vertegenwoordigster is.

De teksten van Van Ness zijn poëtisch en spiritueel duidend, maar ontkomen niet helemaal aan een rationaliteit van denken die gebonden is aan gangbare, katholiek-christelijke voorstellingen of oud-testamentisch aandoende beelden, hoewel ze zich daar ook aan probeert te ontworstelen. Ze zoekt zeer duidelijk naar een eigen spirituele ingang tot dit onderwerp. Voor mij blijft wel de vraag in hoeverre dit echt gelukt is; of de vanzelfsprekende betekenis van bepaalde begrippen en concepten niet een werkelijk moderne mystieke diepte in de weg zit. En in hoeverre het vrij worden van die betekenissen niet teveel afgeremd wordt door elementen van de populaire cultuur (‘popmuziek’, films, TV, reclame, roken, drugs, drank) waarmee iedereen sinds de jaren ’50 (en misschien wel al eerder) opgroeit en in meer of mindere mate door beïnvloed wordt. Dat is dan de cultuur van het vrijblijvende genieten van het eigen bestaan, waar het Zelf ook best af en toe mag oplossen in behaaglijke hangmatmomenten, en waar betekenis vervangen wordt door fijne gevoelens. Het laten aangroeien van een fijne-gevoelens-laag in de ziel, is voor de mystieke inspanning toch net zo hinderlijk als een teveel aan buikvet voor de sportschoolbezoeker. En ook al zweer je al die dingen af, ze hebben door hun alomtegenwoordigheid toch invloed op de mate waarin het zelf zich staande kan houden tegenover het niets, en een anker van innerlijk licht kan zijn dat zich tot de ware aard van de dingen kan verhouden. Volgens mij zijn we daar allemaal mee bezig, met vallen en opstaan, en is het ook zaak om elkaar daarin te zien en te ondersteunen. Ook Patricia van Ness gaat deze weg, met pure intenties, oprecht zoeken, en toegewijde bescheidenheid.

Al met al genoeg redenen om het instuderen van deze cyclus te proberen met het Morgana Kamerkoor. Dat hebben we in 2014/2015 gedaan. Het bleek een enorme worsteling, waartoe sommige koorleden zich goed konden verhouden, en andere totaal niet. En dat lag denk ik niet zozeer aan het ver-van-mijn-bed-karakter van het onderwerp, maar eerder aan de mate waarin de verwerking van de thematiek van de engelhiërarchiën op een werkelijk modern-mystieke manier door Van Ness is vormgegeven. Als dat namelijk echt gelukt was, zou het altijd aansluiting vinden bij het bewustzijn van iedere tijdgenoot. Want moderne mystiek bestaat vooral in het besef dat wij allemaal mystici zijn, en dat de ‘geest’ die gezocht wordt niet zozeer ergens in een onbereikbare hemel ligt, maar in ons leeft, en in de ons omringende wereld. Wat onbereikbaar wordt gemaakt werkt namelijk vermoeiend, maar wat binnen bereik gehaald wordt werkt opwekkend. En dát was denk ik de worsteling voor de koorleden: dat er in deze muziek – naast de opwekkende elementen – ook best vaak onbereikbaar gemaakte inhoud in uitgedrukt werd. Een mystiek die het bestaande onbereikbaar maakt i.p.v. binnen bereik brengt, is als een restaurant waar i.p.v. maaltijden briefjes worden geserveerd waarop de gekozen gerechten in woorden worden beschreven. Je honger stil je er niet mee.

Achteraf gezien is het voor mij de vraag in hoeverre de worsteling van het koor samenhing met het anachronistische karakter van deze muziek, waarin zoveel ouds als uitgangspunt voor iets nieuws is gebruikt. Om daar geen ‘last’ van te hebben, daar ‘overheen’ te kunnen zingen, heb je eigenlijk professionele musici nodig, en dat waren de zangeressen van Morgana niet, net zo min als de meeste zangers van welk amateurkoor dan ook dat zijn. Maar Morgana is er toch met volharding doorheen gegaan, en uiteindelijk hebben we 3 van de 9 stukken kunnen uitvoeren, waarvan hieronder de 1e: “Raphael” te beluisteren is. Rest me nog te zeggen dat ik ervoor koos om deze 3 stukken steeds vooraf te laten gaan door een piano-improvisatie op het betreffende stuk.

12 juni 2015: Morgana Kamerkoor zingt “Raphael” uit “The Nine Orders of the Angels” van Patricia van Ness.

2 reacties

Reageren? Graag!

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.