De zee is groot, en groter dan ik,
en ik ben groter dan de zee zeg ik;
De hemel is wijd, en wijder dan ik,
maar wijder, gewijder dan de hemel ben ik;
De aarde is wonder, meer wonder dan ik,
maar ik ben gewonder dan de aarde zeg ik.
Maar geen vuur is groot genoeg
om zich aan mij te meten,
want mijn vermetelheid
dooft elk branden in oneindigheid.