Meer heb ik niet te melden momenteel. Een inhoudsloze blogpost dus. Artikel zonder content. Of positiever benaderd: titel en inhoud vallen zodanig samen dat er niets meer aan toe te voegen is. Ze zijn inwisselbaar, of althans: ze zijn tegelijkertijd elkaar. En daarmee ook geen van beiden. Of zo.
Maar goed: “Een neus”, zei de plastisch chirurg dus, “is sowieso een gok”. Wat moet je hier nog aan toevoegen? Is ook goed zo. Er wordt al zoveel gezegd tegenwoordig. Let op: ik gebruik hier het woord “tegenwoordig”, en niet die über-verschrikkelijke, als een besmettelijk virus overal opduikende term “in tijden van corona”, die door bijna elk schoolhoofd, elke manager, protocolschrijver, nieuwsbriefverstuurder of andere uitgever van persoonlijke troonredes wordt gebruikt met de lachwekkende plechtigheid van het nieuwe normaal. Gatverdamme, wat is dàt een nietszeggende term: “in tijden van corona”. Want wat je hierin ook moge bedoelen met het woord “corona” (het kan “kroon” betekenen, of “aura van de zon”, of “een bepaald type virussen”), het levert in al die betekenissen iets zó onbepaalds en absurds op, dat ik het in m’n broek doe. “Er wordt al zoveel gezegd in tijden van een bepaald type virussen”. Of “Er wordt al zoveel gezegd in tijden van kroon”, of “…in tijden van aura van de zon”, zou je dan bijvoorbeeld krijgen. Dat is net zoiets als zeggen: “We hebben het allemaal moeilijk in tijden van weersomstandigheden”.
Daarom vind ik het wel goed zo. Ik houd het gewoon bij de titel: da’s genoeg. Er wordt al zoveel gezegd in tijden van gras. Zo hoorde ik net iemand bij de naburige sportschool aan een collega spierbrouwer vragen: “Heb je Fury gezien met Brad Pitt?” Ik schrijf het nu op als “Brad Pitt”, omdat ik begrijp wat – en wie in dit geval – hij bedoelt (“Brad Pitt” is een predikaat, label, of merknaam dat of die toch vrij algemeen bekend is), maar hij spreekt het uit alsof het één woord is, namelijk “Breadpit”. En dan klinkt het toch anders. Een beetje als “Topdrop” of “Kaarsvet”. Verder heb ik bij breadpit ook mooie associaties met volkoren brood waar maanzaad, zonnebloempitten en havervlokken aan kleven. “Waar ontbijt jij mee?”, vervolg ik in gedachten de conversatie van beide trainheren. “Nou gewoon, met breadpit en redbull. En dan koolhydraten afjanken met weetliften.”
Ik weet eigenlijk niet waarom ik dit toevoeg aan dit sowieso lege verhaal. Misschien als afronding. Een slot is tenslotte ook maar een afgedekte opening. En wie nu dan wil weten wat een bloot gaatje is, die zeg ik: “Gaatje niks aan!”
Een gedachte over ““Een neus”, zei de plastisch chirurg, “is sowieso een gok””
Any no(n)sense makes good sense-lifting to me. Bull or no bull and I’ll bring my own pitta sandwiches for a helping of your blog relish every time.