Taco Sorgdragers woordrivier
Een huppel in een hoenderknok
Een huppel in een hoenderknok

Een huppel in een hoenderknok

De titel beschrijft de provocatieve vanzelfsprekendheid waarmee hier dingen worden beweerd (dat u niet denkt dat ik dat niet weet).

In zekere zin is onze aanwezigheid als mensheid in de wereldruimte te vergelijken met die van een virus in een menselijk organisme.

Zoals een virus in ons lichaam zijn gang gaat, zo leven wij onze behoeften en wensen in de wereldruimte uit, waarbij wij niet altijd de gevolgen daarvan voor dit grote organisme om ons heen in acht nemen.

Het verschil is alleen, dat waar een virus ons lichaam in overeenstemming met zichzelf wil brengen en ons lichaam daar ziek van wordt, wij als mensen de wereldruimte in overeenstemming met onszelf willen brengen, maar dat wij daarvan zelf ziek worden.

De wereldruimte, het heelal, wordt daarentegen niet zo snel ziek van ons.
Zij is zelfs op te vatten als een offer voor onze genezing.

Die genezing is de door ons af te leggen weg tussen het cultiveren van ons verlangen de wereldruimte in overeenstemming met onszelf te brengen, en het inzicht dat wij onszelf in overeenstemming moeten brengen met de wereldruimte. Een andersom-weg. Een lange weg ook, en daarom is de wereldruimte ook oneindig groot, want wij zijn mateloos ziek. Zo zijn er al bedrijven en overheden die buitenaardse gebieden claimen voor afvaldumping en grondstoffenexploitatie. Of neem Elon Musk die satellieten lanceert alsof hij nieuwe verlichting in zijn keuken laat aanleggen.

Die onmetelijkheid van de wereldruimte correleert met de som van al onze begeerten, verlangens en behoeften, en breidt zich op basis daarvan uit.

Wanneer wij alle verlangens, wensen en begeerten van onze zelfliefde hebben ingetoomd en omgevormd tot inzicht in de gelijkberechtigdheid van al het bestaande, zal het heelal ook niet meer verder uitdijen, en eindig worden.
Het heelal zal tot zichzelf komen als een iets dat niet meer alles wil zijn, maar zichzelf wil delen met een omgeving die het nog niet kent.

Oneindigheid is blind voor het kennen van een omgeving.

Wij zullen, door het in overeenstemming brengen van ons wezen met de wereldruimte, het heelal tot stilstand brengen, en het nog nagroeien tot het ons nieuwe lichaam is geworden. En met dat nieuwe lichaam zullen wij de werelden die het heelal omgeven gaan leren zien.

Maar daarvoor zal eerst alles moeten verdwijnen. Ook mijn gemijmer.

2 reacties

  1. Noooooo, not your musings! Everything may stop but not these!

    Again, as two Hermetics or hermits, it seems we have been pondering on the same matter, maybe prompted by the same development in our midst.

    Your sentence that implies the virus has a will is one that tempts me to beg to differ, though. I think it precisely is will-less and hence always random and chaotic and unformed (in a state of un-isness and all-isness that is an endless circular potential of life and death rather than a cyclical unfolding of a spiralling plan) and maybe, just maybe, it is therefore most viable where there is an excess of will to make a feeding ground: a will gone O.T.T. so to say. I am thinking of that fanaticism that seems to strike both the racing-car driver and the philanthropist to no very convincing avail.

    I think we then enter the terrain of differentiating the will of doing, acting, performing (the world of results) in accordance with our mini (karma) plans and that of being and understanding que será, será in a larger context and the only “think I can do” is “do me”. That is to put the (stilled) soul in a state of love that is ever continuous in the present.

    This present touches upon the past and the future – often as an abstraction, sometimes in doctritnes, seldom as imagined as a world of peace and harmony – and thus the complications swiftly emerge to cloud the pure colours of love.

    Ultimately, all the rockets to the moon or defiance of worst case scenarios while we play with our toys and instruments of distraction are born out of fear. Whether we worry ourself sick or shout fiercely that we are not worried, we aren’t, then, loving are we?

    Either way, we can only live out our life plans to know the difference. In this difference rest the prayers that maybe, just maybe, might matter.

Reageren? Graag!

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.