Verbo Taco Sorgdragers woordrivier
Taco Sorgdragers woordrivier

Mementomomentje

Opeens was je er weer. Misschien omdat ik aan je dacht. Als je het liefdevolle overlopen van het hart, dat verlangde naar je aanwezigheid, tenmiste denken kon noemen. Ik denk van niet, want het hart heeft minder afgesloten wegen dan het hoofd.
Zelf liep ik ook; had mijn lichaam naar buiten gestuurd voor een wandeling in de laatste uren van deze stille herfstmiddag. En mijn lopen liep ook over, niet van je missen, maar van je zoeken. Ik liep je buiten van binnen te zoeken. Ik weet altijd dat je ergens bent. En dat het verlangen van mijn hart me naar je toe zal brengen.

We hebben je tweede sterfdag niet gezamenlijk doorgebracht. Gaan we later in de maand doen. Deels met een concertje waar het Requiem van Mozart Voor Gevaccineerden zal worden uitgevoerd, deels met een etentje thuis, zodat de ongevacineerde ook mee kan doen. Zulke breukvlakken lopen tegenwoordig overal doorheen. We moeten het allemal maar normaal vinden. Wees blij dat jij het niet meer meegemaakt hebt. Dat jij terug gegaan bent voordat de mensenwereld (en uitsluitend de mensenwereld) onherkenbaar veranderde. Jij zou erover geschamperd en er niet aan meegedaan hebben, vermoed ik.

Maar terug nu naar mijn overlopende hart, dat me bij je brengt. Ik spreek van binnen weer de woorden die ik voor jou opschreef: “dat mijn liefde je moge meedragen op je weg door de geest, in dankbaarheid voor alles wat je gegeven hebt.” En na een paar keer herhalen voel ik dat je er bent, en kan ik vragen hoe het je gaat. Rustig wachtend of je antwoord wil geven, kijk ik naar de afgevallen boombladeren die onder mijn voeten door trekken terwijl ik langzaam loop.

Een groot verdriet waait bij me naar binnen. Ik voel tranen in mijn ogen opwellen. Ik begrijp het niet, want ik ben niet verdrietig, en toch moet ik zachtjes huilen, alsof me net iets vreselijks is overkomen. Dan begrijp ik dat het jouw verdriet is dat ik voel, en ik ontwaar je. God wat voel jij je verloren. Je bent terug in het huis waar mam en jij zoveel jaren woonden. Je staat in de woonkamer, ergens op een avond of dag, nog niet eens zo heel lang geleden. Radeloos sta je daar, huilend, nee: griendend met schokkende schouders, en je roept vertwijfeld uit: “Heb ik dit allemaal gedaan?”

“Hé, kom hier, big guy”, zeg ik innerlijk tegen hem, hoewel hij kleiner was dan ik, maar ook mijn vader. “Waarom ben je zo verdrietig?” Hij wijst op mijn moeder, die ik niet zie, maar ik begrijp ineens dat hij doormaakt wat zij aan hem beleefd heeft tijdens dat moment op die dag of avond. Ik weet niet precies waar het over gaat; het is iets tussen hen. Ik voel alleen de buitenkant ervan, de intensiteit. “Ik ben zo alleen”, hoor ik hem tegen mijn schouder zeggen. “Altijd zo alleen geweest.” Het overmant me hoe diep zijn verdriet is. “Ja, maar ik ben bij je nu”, zeg ik, “kom maar hier, ik hou je vast.” En het huilen van zijn huilen werd als van een gewonde wolf, en hij worstelde in mijn omarming, maar ik hield hem bij me. “Ik heb geen thuis”, riep hij, loeiend als een stormwind, rammelend aan alles wat los en vast zat. Als het even stil wordt, volg ik zijn blik, en zie hoe hij ons ziet, vroeger: mijn broer, zus en ik, en mijn moeder, en hoe hij dan thuiskwam. En ik voel dat hij daarheen terug wil. We kijken er samen even naar, terwijl ik hem stevig met mijn armen omhul.

“Weet je”, zeg ik van binnen, “jij was zo sterk; je kon zo krachtig in het leven staan, en nooit zou je iets opgeven of loslaten. Dat heeft mensen soms ook pijn gedaan ja, dat is zo, maar dat geeft niet. Die pijn is de schaduw van jouw kracht. Alles heeft een prijs, toch? En alles wat we voor onszelf willen hebben, in de wereld opeisen, is iets dat we aan een ander ontnemen. Misschien kan je dat gaan zien: dat kracht ook een keerzijde heeft. Zoals alles een keerzijde heeft. Maar ik kan niet voor jou onder woorden brengen hoe het je zal vormen.”

Je echte thuis ligt niet achter je, maar voor je. Hoe meer je aflegt, hoe nader het zal komen. En als je eenmaal de drempel over stapt, ben je vergeten waar je vandaan kwam, en zal je thuis gekomen zijn.

Laten we nog even samen naar je kijken. Wie je geweest bent; hoe je het gedaan hebt. Ik ben bij je. En ik spreek die andere woorden, die in het Duits bij me opkwamen een andere keer dat ik bij je was, weer innerlijk voor je uit.


Zie voor de in de laatste alinea genoemde Duitse tekst mijn hieraan voorafgaande blogpost “Meditatieve omgang met gestorvenen“.

Reageren? Graag!

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Een gedachte over “Mementomomentje”