Taco Sorgdragers woordrivier
De fietser en de maan
De fietser en de maan

De fietser en de maan

Door het keukenraam zag ik de volle maan
achter de bladertakken van de donkere plataan;
Licht en schaduw drukten zich als levend wit en zwart
in de sluiers van mijn ademende hart.

Uit de gloed van het doorblauwde avonduur
kwam een fietser trapperwiekend aan;
Hij leunde gelukzalig voorover op het stuur,
en in zijn ogen waakte een andere maan.

Heerlijk, om in de mantel van een koele herfstnacht
naar huis te fietsen in een stilte die de jouwe is;

Als je tenminste een huis hebt om naar terug te keren,
en een fiets om op te rijden,
en benen die niet kreupel of versleten zijn;

Als er tenminste ooit door onbekende handen
een weg is aangelegd langs huizen
waar anderen thuisgekomen zijn of komen gaan;

Als er tenminste straten zijn
die naar bestemmingen leiden,
en er bestemmingen zijn
waarvoor de straten van de stad zijn uitgedacht;

Als er tenminste ook een stad is
die huizen, straten en bewoners heeft;

En als er maar een grens is waar de stad ophoudt,
zodat daarbinnen je bestemming wel moet zijn,

Mocht je tenminste niet uit je bestemming
en in het onbekende willen geraken;

Als het onbekende tenminste niet allang
uit de wereld is verdreven,
en het einde van de wereld ook niet meer bestaat;

Als er tenminste maar een wereldruimte is
om doorheen te kunnen reizen,
en een tijd waarlangs kan rijpen
wat onderweg gezaaid werd;

Als er tenminste een heelal is
dat in ons rijpen naar zichzelf kijkt.

Reageren? Graag!

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.